Dating dubio

De man die me wijntjes leerde drinken. De man uit Brussel met de rollende R. De man met wie ik frietjes at op de kaaimuur. De man die mee naar een rommelmarkt ging. De man die voor me kookte. De man die me meenam naar zee. De man die me liet meerijden in zijn bakfiets.
Daten was een tijdje een hobby van me. Meerdere first dates per week, want ik had een doel. In mijn agenda’s uit die jaren staan hun namen nog netjes genoteerd. Jan, Nicolas, Bram, Frank… het zijn vaak schimmen in mijn hoofd waarvan ik de gezichten en verhalen niet onthouden heb. Shame on me. Ik pleit tijdelijke ontoerekeningsvatbaarheid door mijn hormonen.
Rendez-vous, Tinder, … er leek een eindeloze stroom aan kandidaten beschikbaar. Ik werd een krak in profielen ontcijferen en tussen de lijnen lezen. Als ze vertrouwen en respect belangrijke waarden vonden, dan bleek vaak dat ze bedrogen waren. Als ze net uit elkaar waren met hun partner, step away hoe leuk ze er ook uitzagen. Als ze geen enkele foto van zichzelf op hun profiel hadden staan of té perfecte foto’s, dan was het een nepprofiel. Als ze op zoek waren naar 'weet ik nog niet’, dan hadden ze soms een partner waar je niks van mocht weten. Na een tijdje swipen kon ik na enkele seconden de rode vlaggen al spotten.
Als ze er een beetje leuk uitzagen, wat gemeenschappelijke interesses hadden en de moeite deden om een profieltekstje in te vullen, dan kregen ze een kans. Een paar dagen berichtjes sturen en de spanning opbouwen, een enkele keer ook een lang nachtelijk telefoongesprek, en dan snel afspreken. Alsof er geen tijd te verliezen was en ik vooral niet wou nadenken.
Vaak was die eerste date een koude douche. Omdat ik mijn buikgevoel had genegeerd, omdat hij zichzelf anders had voorgedaan, omdat we allebei hoopten dat de volgende swipe iemand ging zijn die nog beter bij ons paste…
In het beste geval hadden we een leuke avond met een fijn gesprek. En was het voor allebei duidelijk dat we elkaar niet nog eens wilden zien. In het slechtste geval was het stiekem naar de klok kijken en aftellen, een smoes verzinnen om te vertrekken of een lastig gesprek over waarom het bij deze ene date blijft.
Het is niet dat er altijd iets mis was met hen. Ik had er gewoon de energie niet voor. Voor het afwachten of de aantrekkingskracht nog ging komen, de vlinders in de buik, de oprechte interesse om me te leren kennen. Voor de hoop, voor de teleurstelling. Voor de lijst met voor- en nadelen die ik onvermijdelijk in mijn hoofd zou maken.
Jezelf terug openstellen na elke teleurstellende eerste date en na elke relatiebreuk vergt tonnen energie en moed. Na elke vaste start geloof je nog minder dat de volgende date anders kan zijn. En toch blijf je koppig volhouden met swipen langs mannen die petjes dragen om hun kaalheid te verstoppen, kerels met patserauto’s, mannen die ‘een charmant vrouwtje’ zoeken, mannen die poseren met een net gevangen vis, mannen die voor de volledigheid hun persoonlijkheidstestscore meegeven, mannen die gyneseksueel zijn enzovoort. Tot je vingers pijn doen van de snelheid waarmee je swipete. Want je moest maar eens een kans op een leuke liefde missen.
Een vriendin geeft me de eretitel “catch van ’t stad” omdat ze vindt dat al die mannen ‘hun pollekes zouden mogen kussen’ met een vrouw als mij aan hun zijde. Maar soms voelt het eerder als een spelletje “catch me if you can”.
De man die ergens een kind had rondlopen dat hij nog nooit gezien had. De man die het uitmaakte via een bericht. De man die me kuste en daarna uit mijn leven verdween. De man die vooral graag vertelde over zijn fantastische ex. De man die me zei dat ik overwerkt was toen ik geen contact meer wou. De man die ook bleek te daten met de buurvrouw.
Uit onderzoek blijkt dat 78% van Gen Z aan dating fatigue lijden en de belangrijkste dating apps zagen het afgelopen jaar een afname in het aantal gebruikers. En toch vinden 11% van volwassenen tussen 30 en 49 jaar hun partner via een dating app.
Ik doe mezelf regelmatig de belofte dat ik ga stoppen met dating apps. Hinge, Bumble… mijn zorgvuldig opgemaakte profiel verdwijnt in de prullenbak en ik hoop een leuke man tegen te komen in the wild. Aan de koeltoog in de supermarkt, in de boekenwinkel, op een bankje aan de coffeebar. Maar het dopamineshot dat je krijgt in de eerste tien minuten dat je de apps terug download is verslavend. Spoiler alert: dit duurt meestal 3 dagen en dan ben ik het al beu.
In de ongeveer vijftien jaar dat ik een knipperlichtrelatie met datingapps heb, vrees ik dat ze mijn hersenen permanent hebben beschadigd. Je verwijdert de app (opnieuw), en je weet al dat je hem binnenkort (opnieuw) gaat downloaden. Want je wilt jezelf bewijzen dat je het blijft proberen. Dat je het niet hebt opgegeven.
“The paradox of choice” op dating apps geeft het gevoel dat mensen wegwerpartikelen zijn. Inwisselbare gezichten in een dating roulette. Het is al te gemakkelijk om met iemand op date te gaan, uren van je leven te besteden aan het leren kennen van die persoon, soms zelfs sex te hebben, en daarna nooit meer met die persoon te spreken. Been there, done that. Maar het is absoluut niet wie ik wil zijn, of wie ik diep vanbinnen ben.
Ghosting, paperclipping en stonewalling komen nu vaker dan vroeger voor, omdat mensen het gevoel hebben dat ze 'niemand iets verschuldigd zijn'. Oprechtheid is schaars. Casual daten lijkt de norm. Ook ik heb teveel tijd doorgebracht met mannen die niet waren wat ik zocht, omdat ik niet alleen kon zijn en bevestiging zocht. Als een date niet goed liep, of me niet zag zitten, als iemand die er leuk uitzag niet naar rechts swipete, dan voelde dat als een afwijzing.
Met hen daten was een manier om niet naar mezelf te kijken. Om desinteresse te veinzen, zodat het geen pijn deed als hij door mijn vingers glipte. Om niet teveel te verlangen naar de liefde, om niet toe te geven dat single zijn soms kut is. Diep vanbinnen wist ik dat ik mezelf voor de gek hield.
Ik ben misschien een amateur in de liefde. Maar ik pik niet meer alles. Ik heb geleerd wanneer ik moet loslaten. Wanneer ik mezelf verlies en wegcijfer. Wanneer ik mezelf verstop achter mijn muurtje. Met dank aan de zoveelste relatiebreuk voor alle inzichten. Ik kan niet veranderen hoe iemand me behandelt, maar ik kan veranderen wie ik toelaat in mijn leven.
De man die de beste koffie maakte. De man die me zoende en de wereld stopte met draaien. De man die een bad voor me liet vollopen op een koude winterdag. De man die meeging naar Parijs. De man die bleef twijfelen. De man met de leuke vrienden. De man die mijn hart brak. De man die me opnieuw liet dromen.
Liefde is meer dan vlinders in de buik. Het is iemand aan je zijde voor de alledaagse en bijzondere gebeurtenissen. Het is iemand die zich herinnert hoe je je koffie drinkt, welk liedje je ontroert, wat je graag doet op een luie zondagochtend. Het is zien en gezien worden.
Als klein meisje weet je dat je later als je groot bent misschien niet je droomjob of droomhuis gaat hebben. Maar een relatie, een gezin, een thuis om samen een leven op te bouwen, dat lijkt een evidentie. Zonder deze dingen lijkt het alsof je op iets wacht, op iemand. Het is hard om te accepteren dat ze niet vanzelfsprekend zijn.
Dus is het soms moeilijk om afstand te nemen na een middelmatige date, van de flirterige berichtjes die een glimlach op je gezicht toveren, van de complimentjes… Om even te doen alsof de liefde binnen handbereik is. Toegeven dat single zijn soms pijn doet, wil niet zeggen dat je gered moet worden of dat je zo eenzaam bent dat je elke willige partner moet accepteren. Het wil niet zeggen dat mensen medelijden met je moeten hebben.
Misschien komt die grote liefde er ooit nog van en ziet het er allemaal anders uit dan ik gedroomd had. Misschien is die fijne partner voor een volgend leven, net als dat huis vol kinderen. Voor nu ben ik blij met waar ik sta, met wie ik ben. Ik ben meer mezelf dan ooit. Zonder lief. Zonder dating apps*.