Martha
De jaren rond mijn 30e zijn een storm van razende hormonen. Het daten gaat aan een hels tempo, met soms meerdere first dates per week. Ik wil een gezin, ik wil een baby.
Als vrouw is die tikkende klok in je lijf alom aanwezig. Je bent je bewust van het aantal vruchtbare jaren dat in een sneltempo lijkt voorbij te gaan. Mannen kunnen met gemak op latere leeftijd nog vader worden, als vrouw liggen de kaarten anders.
Elke nieuwe date wordt in mijn hoofd meteen gescoord op zijn papapotentieel. Niet eerlijk naar hen toe, maar ook niet naar mezelf. Elke nieuwe ontmoeting is zo meteen heel gewichtig, alsof het voortbestaan van de mensheid ervan afhangt. Alsof mijn voortbestaan ervan afhangt.
In België is de gemiddelde leeftijd van de moeder bij de geboorte van haar eerste kind 29,6 jaar. De jaren tussen je 20e en 30e ben je ook het meest vruchtbaar. Net die levensfase waarin je vaak ook aan je eerste thuis bouwt, je loopbaan start, een partner tegenkomt. Het lijkt oneerlijk dat je als vrouw zo snel over het ouderschap moet nadenken. Dat er een deadline onherroepelijk nadert.
Een keer doe ik een zwangerschapstest. Ik loop al dagen misselijk rond en heb gevoelige borsten. Mijn regels blijven uit en ik kan ’s ochtends geen eten binnenhouden. Ik ga tijdens de middagpauze een zwangerschapstest kopen bij Kruidvat. Je staat dan voor dat rek en al een eerste dilemma, welke koop je? De duurste met een LED-display of de goedkopere variant waarin streepjes oplichten? Ik kies voor eentje uit de middenmoot en stop hem diep weg in mijn handtas op de terugweg naar kantoor. Tweede dilemma: wachten tot thuis of toch stiekem in het toilet op het werk de test al doen? Ik wacht tot thuis en de werkdag sleept zich voort.
De test is negatief. Opluchting en teleurstelling overspoelen me tegelijk. Alsof ik wil dat het lot beslist. Mijn kans op een baby lijkt verkeken. Het is een prille relatie, maar wel met de eerste man die ik als vader van mijn kinderen zie. Zou onze relatie een zwangerschap overleven? Misschien niet. Misschien wel.
Baby Martha zou een schatje zijn geweest. Met blonde haren en grote blauwe ogen, zoals de mama. Een mollige baby met bolle kaakjes. Een klein handje in het mijne. Zou ik een goeie moeder zijn geweest? Een mama met een warme band met haar kinderen, een strenge mama, een plezante mama?
Ik weet al snel dat ik liever een romantische relatie wil dan een kind. Voor mij persoonlijk is het geen optie om bewust alleen voor het moederschap te kiezen. De hoge kostprijs van het invriezen van je eicellen zonder de garantie op een gezonde baby aan het einde van het traject. De focus die het opvoeden van een kind van je vraagt. Dat lijkt me allemaal teveel om alleen te dragen.
Er zit heel wat jaren een stiekeme voorraad babykleertjes achterin mijn kleerkast verstopt. Mini-rompertjes die ik als kind heb gedragen, een zachte knuffelkoe, een donsdekentje met pastelfiguren. Na mijn 35e verjaardag geef ik alles aan een collega die net bevallen is. Ik stop mijn kinderwens weg.
Het duurt jaren voor mijn hormonen niet op hol slagen bij het vasthouden van een schattige baby. Dat mijn hart niet langer ineenkrimpt bij het babynieuws van vrienden en collega’s. Dat ik op straat niet overal kinderwagens spot.
Elke controle bij de gyneacologe is een bevestiging dat mijn lichaam nooit kinderen gaat dragen. Tijdens een van mijn afspraken zegt ze dat ik een mooie baarmoeder heb, de perfecte vorm. Dat lijkt zo’n verspilling. Al die jaren bloeden voor niks. Al die jaren PMS en cravings voor niks.
En dan krijg ik de diagnose van HPV, er zitten cellen in mijn baarmoederhals die er niet horen te zitten en die zich tot kanker kunnen ontwikkelen. Ik moet een biopsie laten doen, waarbij ze met een soort schaar met lange tanden enkele stukjes uit mijn baarmoederhals knippen. Zonder verdoving. Ik voel me moederziel alleen in de wachtkamer voor de ingreep, omringd door zwangere vrouwen en hun mannen. De uitslag is positief, de besmetting zit in stadium 1 waardoor er geen operatie volgt. De cellen blijven zitten en hun groei wordt in de gaten gehouden. Normaal gezien moeten ze vanzelf verdwijnen, moet mijn lichaam ze kunnen afvechten. Ik loop dus rond met een tikkende bom in mijn lijf. Wel besmette cellen, geen baby in mijn baarmoeder.
Mijn lichaam blijkt sterk genoeg om de HPV besmetting vanzelf op te ruimen. Daar staat de perimenopauze al klaar. Hallo nieuwe symtomen! Hallo slapeloze nachten, hallo hersenmist, hallo depressieve dagen. Ik loop wat verloren in mijn lijf, herken mezelf niet meer. De perimenopauze confronteert me met het feit dat ik al die hormoontoestanden voor niets heb doorstaan. Ik sta aan het begin van een nieuwe levensfase, en ik heb geen idee wat nog volgt.
Soms vraag ik me af of mijn oude dag zonder kinderen niet heel stilletjes wordt. Maar ik vul mijn leven zonder kinderen nu al heel waardevol in. Bovendien blijkt uit onderzoek dat zestigplussers zonder kinderen niet eenzamer zijn dan mensen mét. Je geeft je kinderloosheid blijkbaar een plekje en geeft je leven op een andere manier zin.
Ik heb lang gehoopt dat ik een leuke man met kinderen ging tegenkomen. Dat ik op die manier ergens naartoe kon met mijn moederliefde. Dat die onvervulde kinderwens zo ingevuld werd.
Maar om te moederen hoef je geen moeder te zijn. Zorgen voor de mensen in je leven, luisteren naar de verhalen van je petekinderen, een gezellige thuis maken waar iedereen mag aanschuiven aan tafel. Een chosen family rond je heen verzamelen. Moeder als een werkwoord. Iets wat je doet, niet iets wat je bent.
Mijn 10-jarig nichtje is nieuwsgierig:
“Tante Els, waarom wou jij geen kinderen?”
“Ik wou wel graag kinderen, maar ik wou dat vooral samen met een man doen. De juiste man ben ik niet tegengekomen, en nu ben ik te oud.”
“Maar je bent wel gelukkig?”
“Ja, ik ben gelukkig.”
“En je bent niet eenzaam?”
“Soms ben ik wel eens eenzaam, maar dat heeft iedereen.”